het proces van overheidsbeleid is een meerfasencyclus.
deze zes fasen overlappen elkaar, met extra minifasen, in een proces dat nooit echt eindigt.
1. Probleemidentificatie
de publieke opinie of de elite geeft uiting aan ontevredenheid over een status quo-beleid. Het probleem wordt gedefinieerd en geformuleerd door individuen en instellingen zoals massamedia, belangengroepen en partijen.
2. Agenda bepalen
de definitie van alternatieven is van cruciaal belang voor het beleidsproces en de resultaten., Voordat een beleid kan worden geformuleerd en goedgekeurd, moet het onderwerp concurreren om ruimte op de agenda (lijst van punten die actief worden overwogen). Een idee moet door verschillende niveaus komen, waaronder de brede politieke systeemagenda, de congressionele en presidentiële agenda en de bureaucratische agenda. Belangrijke actoren bij het bepalen van de agenda zijn denktanks, belangengroepen, media en overheidsfunctionarissen.
3. Beleidsvorming
uit de problemen die zijn geïdentificeerd en op de verschillende agenda ‘ s zijn geplaatst, moet beleid worden geformuleerd om de problemen aan te pakken., Die beleidsformuleringen moeten dan worden aangenomen (geautoriseerd) door het congressionele proces en verfijnd door het bureaucratische proces. Natuurlijk, een niet-beslissing (inactiviteit, of het verslaan van een voorstel) is, zelf, beleidsvorming.
4. Budgettering
elk jaar moet het Congres via het kredietproces beslissen hoeveel geld er aan elk beleid moet worden besteed. Over het algemeen moet een beleid eerst worden goedgekeurd (goedgekeurd) voordat er geld voor kan worden uitgetrokken in de jaarlijkse begroting.
5. Implementatie
uitvoerende agentschappen (de bureaucratie) voeren beleid uit of voeren dat uit., De tenuitvoerlegging kan bestaan uit het vaststellen van regels en voorschriften, het leveren van diensten en producten, voorlichtingscampagnes, geschillenbeslechting, enz.
6. Evaluatie
talrijke actoren evalueren het effect van het beleid om te zien of zij de vastgestelde problemen oplossen en hun doelstellingen verwezenlijken. Bij de evaluatie wordt gekeken naar de kosten en baten van het beleid en naar de indirecte en onbedoelde effecten ervan., Het Congres maakt gebruik van zijn toezichtfunctie en de Algemene Rekenkamer voor evaluatie, agentschappen evalueren hun eigen prestaties, en externe beoordelaars omvatten belangengroepen, denktanks, de academische wereld en de media. Evaluatie leidt vaak tot het vaststellen van problemen en een nieuwe ronde van agenda-en beleidsvorming.