Achtergrond: retroperitoneaal hematoom is een zeldzame klinische entiteit met variabele etiologie, die in incidentie toeneemt, voornamelijk als gevolg van complicaties gerelateerd aan interventionele procedures. Er is geen algemene consensus over het beste behandelplan voor patiënten met retroperitoneaal hematoom.,
methoden: een literatuuronderzoek werd uitgevoerd met MEDLINE, alle relevante papers over retroperitoneale bloedingen of hematomen werden gebruikt.
resultaten: de diagnose wordt vaak vertraagd omdat de symptomen niet specifiek zijn. Retroperitoneaal hematoom dient te worden vermoed bij patiënten met significante lies -, flank -, abdominale, rugpijn of hemodynamische instabiliteit na een interventieprocedure. Spontane hemorragie treedt meestal op bij patiënten die worden anticoaguleerd. Multi-slice CT en arteriografie zijn belangrijk voor de diagnose., De meeste hemodynamisch stabiele patiënten kunnen worden behandeld met vochtreanimatie, correctie van coagulopathie en bloedtransfusie. Endovasculaire behandeling met selectieve intra-arteriële embolisatie of het inzetten van stent-enten over het doorboorde vat krijgt een steeds belangrijkere rol. Open herstel van retroperitoneale bloedingsvaten dient te worden gereserveerd voor gevallen waarin conservatieve of endovasculaire maatregelen falen om de bloeding onder controle te houden. Open reparatie is ook nodig als endovasculaire faciliteiten of expertise niet beschikbaar is en in gevallen waarin de patiënt onstabiel is., Indien onjuist behandeld, blijft de mortaliteit van patiënten met retroperitoneaal hematoom hoog.
conclusie: er is geen Niveau I-bewijs voor de beste beheersplannen voor retroperitoneaal hematoom, en het bewijs is gebaseerd op rapporten van kleine cohortreeksen of geïsoleerde gevallen. Conservatief beheer mag alleen worden voorbehouden aan patiënten die stabiel zijn. Interventieradiologie met intra-arteriële embolisatie of stent-enting is de voorkeursbehandeling. Open chirurgie is nu zelden nodig.