cocaïne
gebruikers dienen cocaïne voornamelijk oraal, intranasaal, intraveneus of door inademing toe. Wanneer mensen het medicijn snuiven (intranasaal gebruik), inhaleren ze cocaïnepoeder door de neusgaten, waar het via de neusweefsels in de bloedbaan wordt opgenomen., De gebruikers kunnen ook de drug op hun tandvlees wrijven (mondeling gebruik). Het oplossen van cocaïne in water en het injecteren ervan (intraveneus gebruik) geeft de drug direct in de bloedbaan af en verhoogt de intensiteit van de effecten. Wanneer mensen cocaïne roken (inhalatie), inhaleren ze de damp of rook in de longen, waar de absorptie in de bloedbaan bijna net zo snel is als door injectie. Dit snelle euforische effect is een van de redenen dat crack enorm populair werd in het midden van de jaren 1980.,2