Gethsemane, tuin aan de overkant van de Kidron vallei op de Olijfberg (Hebreeuws Har ha-Zetim), een mijl lange Heuvelrug parallel aan het oostelijke deel van Jeruzalem, waar Jezus zou hebben gebeden in de nacht van zijn arrestatie voor Zijn kruisiging. De naam Gethsemane (Hebreeuws gat shemanim, “oliepers”) suggereert dat de tuin een olijfgaard was waarin zich een oliepers bevond.,
hoewel de exacte locatie van Getsemane niet met zekerheid kan worden bepaald, hebben Armeense, Griekse, Latijnse en Russische kerken een olijfgaard op de westelijke helling van de Olijfberg aanvaard als de authentieke locatie, die zo werd beschouwd door keizerin Helena, moeder van Constantijn (de eerste christelijke keizer, begin 4e eeuw n.Chr.)., Een oude traditie lokaliseert ook het tafereel van het Getsemane gebed en het verraad van Jezus op een plaats die nu de Grotto of The Agony wordt genoemd, in de buurt van een brug die de Kidron vallei doorkruist. Op een andere mogelijke locatie, ten zuiden van deze site in een tuin met oude olijfbomen, is een Latijnse kerk gebouwd door Franciscaanse monniken op de ruïnes van een 4e-eeuwse kerk.