Reisvaccinaties

Het adviseren van reizigers over met vaccin te voorkomen ziekten wordt steeds meer de verantwoordelijkheid van eerstelijnsartsen. De aanpak van vaccinaanbevelingen moet gebaseerd zijn op een grondige beoordeling van de risico ‘ s voor reisgerelateerde ziekten, de beschikbare tijd vóór vertrek van de reis en de huidige kennis van de epidemiologie van met vaccin te voorkomen ziekten. Routinematige kindervaccinaties moeten bij alle reizigers worden beoordeeld en indien nodig worden bijgewerkt., Gelekoortsvaccinatie kan nodig zijn voor binnenkomst door landen die binnen een geleekoortszone liggen of voor reizigers die uit een endemisch gebied komen om de introductie van de ziekte te voorkomen. Immunisatie tegen het hepatitis B-virus dient overwogen te worden bij reizigers die verwachten nauw contact te hebben met lokale populaties met een hoge mate van hepatitis B-overdracht. Japanse encefalitis vaccin moet worden aangeboden aan reizigers die van plan zijn langdurige reizen naar landelijke gebieden in Zuidoost-Azië of het Indiase subcontinent tijdens het transmissieseizoen., Tyfus immunisatie wordt aanbevolen voor reizigers die kunnen worden blootgesteld aan mogelijk besmet voedsel en drank. Vaccinatie tegen rabiës moet vooraf worden overwogen bij reizigers die een langere verblijfsduur in een afgelegen gebied plannen of die activiteiten ondernemen waarbij in de buurt van dieren kan worden gewerkt of die dieren kunnen aantrekken. Artsen dienen zich bewust te zijn van de bijwerkingen en contra-indicaties die geassocieerd zijn met elk reisvaccin.

Share

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *