Trireme, oorlogsschip met roeispanen dat zijn hoogste punt van ontwikkeling bereikte in het oostelijke Middellandse Zeegebied tijdens de 5e eeuw v.Chr. Het was het belangrijkste marineschip waarmee Perzië, Fenicië en de Griekse stadstaten wedijverden om de beheersing van de zeeën van de Slag bij Salamis in 480 v.Chr. tot het einde van de Peloponnesische Oorlog in 404.
de Atheense trireme, die als de belichaming van dit type kan worden beschouwd, kan met redelijke nauwkeurigheid worden gereconstrueerd op basis van bewijsmateriaal dat is verzameld uit archeologische opgravingen, beschilderd aardewerk en de geschriften van klassieke auteurs zoals Thucydides. Zijn ongekende stuwkracht werd bereikt door de opstelling van 170 roeiers in drie lagen langs elke kant van het schip—31 in de bovenste laag, 27 in het Midden, en 27 in de bodem. De romp was een dun omhulsel van planken die met elkaar verbonden werden en toen verstijfd werden door een kiel en lichte dwarsribben., Door deze lichte constructie kon de trireme slechts 40 ton verplaatsen op een totale lengte van ongeveer 37 meter en een balk van 5,5 meter; Er werd geen ballast gebruikt. De trireme zou in staat zijn geweest om snelheden te bereiken van meer dan 7 knopen (8 mijl per uur, of 13 km/uur) en misschien wel 9 knopen onder roeispanen. Vierkant-opgetuigde zeilen werden gebruikt voor de macht wanneer het schip niet werd ingeschakeld.de belangrijkste bewapening van de trireme was een bronzen ram, die zich vanaf de kiel bij of onder de waterlijn uitstrekte en ontworpen was om de lichte rompen van vijandelijke oorlogsschepen te doorboren., Daarnaast vervoerde het schip een aantal speer-en boogschutters die vijandelijke bemanningsleden aanvielen of probeerden aan boord van hun schepen te komen. Tegen het einde van de 4e eeuw v.Chr. waren gewapende deksoldaten zo belangrijk geworden in de zeeoorlog dat de trireme werd vervangen door zwaardere, overdekte schepen met meerdere rijen roeiers.